23 december 2019
Een aantal jaar geleden heb ik mijn bange meisje leren kennen.
Angst is iets wat ik weinig heb gekend.
Ik ging altijd gewoon.
Dat bange meisje diende zich de afgelopen jaren steeds vaker aan.
Bang om zwak te zijn, om moe te zijn, om de verkeerde keuzes te maken, afgewezen te worden, verlaten te worden.
Het bevroor mij.
Ik leerde haar steeds beter kennen.
Ze klopte al veel langer aan mijn deur, maar ik hoorde haar niet. Te druk met rennen en vliegen.
Vorige week was ze er weer.
Ik was bang om verlaten te worden door mijn liefje.
Hij belde me niet, hij kwam niet langs, geen appje, niets.
Bang ging ik slapen en werd ik met haar wakker.
Ik besloot om met haar ademen, te mediteren, contact met haar te maken vanuit mijn kern.
Dan kan ik haar zien in plaats van haar zijn.
Met mijn gevoel zag ik haar vlak voor me met haar twee blonde staartjes.
“Hé daar ben je”.
Ik hoef niets te doen.
Ik hoef haar niet te verplaatsen, ze hoeft niet weg, ik hoef haar geeneens liefde te sturen.
Alleen: Hey daar ben je.
Ik voel een steek in mijn rechter borstkast.
En ik zag en voelde dat er een soort deurtje open ging en floep, ze kroop er zo in. Ze kwam thuis bij mij, in mijn lichaam.
Ze heeft mijn lichaam gekozen als schuilplaats.
Nu zit ze daar in mijn borstkast. Ik voel haar nog steeds. Als een prinses boven in de toren kijkt ze naar buiten met haar staartjes.
Als het haar even teveel is, kruipt ze naar binnen in het holletje van mijn lichaam.
Ze dacht bang te zijn voor de buitenwereld, maar ze was vooral bang voor zichzelf. Voor haar eigen gevoelens en emoties.
Even later stap ik uit bed en hoor ik mijn dochter.
Ze wil nog even bij mij chillen. We gaan samen in mijn bed liggen en ze kruipt in mijn armen.
In gedachten hoor ik mezelf tegen haar zeggen: “lieve schat jouw angsten mag je loslaten, ze zijn van mij.”
Ze kruipt nog dichter tegen me aan, alsof ze me hoort.
Mijn eigen bange meisje nodigt die van mijn dochter uit om hetzelfde te doen.
Ik voel een drang om dit op te schrijven maar heb een drukke dag.
Ik zeg tegen mezelf: “Als ik dit moet schrijven, creëer dan een plek van rust vandaag om dat te doen”.
Als een klant haar trein mist en ik een half uur speling krijg, klap ik mijn laptop open en schrijf dit verhaal.
Ik laat mijn dochter het verhaal lezen om haar toestemming te vragen.
Ze leest het, slaat haar armen om me heen en kruipt op schoot. “Hier wil ik wel de hele middag zitten mama.”
Zo zitten we daar eventjes met zijn tweetjes te knuffelen en te kletsen.
Twee bange meisjes, twee moedige vrouwen.