Hoe lang is het geleden voor jou?
Lekker een dagje op cursus.
Beetje luisteren, beetje oefenen en een gezellige lunch tussendoor.
De volgende dag weer terug aan het werk:
“Hé, hoe was je training?“
“Ja leuk hoor… Eens even kijken, waar was ik ook alweer gebleven?”
Na één dag zijn we de helft van de
kennis alweer vergeten.
Een enkeling probeert de geleerde lessen nog wel toe te passen.
Maar al snel verdwijnt de motivatie en doet iedereen weer precies hetzelfde als altijd.
“Waar ging die training ook alweer over? Iets met communicatie geloof ik.”
Wil je meer effect? Richt je dan ook op gedragsverandering.
Hieronder staan drie aanpassingen voor je training, waarmee je de kans op gedragsverandering vergroot.
Aanpassing 1: Bouw je cursus om tot een programma.
Een cursus of training is een éénmalige prikkel. Een programma is een selectie leer- en gedragsinterventies binnen een vaste periode van weken of maanden. Waarbij de groep start en eindigt op een vast moment.
Voor je programma gebruik je bijvoorbeeld coaching, intervisie, bijeenkomsten, challenges of e-learning. Sluit af met een opdracht of presentatie waaruit blijkt dat ze jouw lesstof tijdens hun werk hebben gedaan.
Een programma werkt als een forcing function. Elke activiteit is een katalysator voor het gewenste gedrag. Werken met programma’s geeft leren meer gewicht, is overzichtelijk voor managers en geeft medewerkers focus.
Aanpassing 2: Start met toepassen, daarna trainen.
Veel cursussen bestaan uit kennisoverdracht. Meer kennis leidt alleen niet automatisch tot meer gewenst gedrag.
Doseer daarom je kennis en focus op doen.
Bepaal eerst wat je precies wilt dat ze gaan doen.
Alleen al het gewenste gedrag definiëren maakt de training al gemakkelijker toe te passen.
Houd het gedrag zo simpel mogelijk en laat je deelnemers het zo snel mogelijk uitvoeren in hun werk. Zonder training.
Door eerst te focussen op doen, maken mensen direct behavioural scripts aan per situatie. Dit is een geautomatiseerde reeks gedragingen, waar meestal weinig tot geen kennis voor nodig is.
Pas later ga je trainen. Jouw deelnemers hebben dan al wat ervaring met het gedrag en kunnen daarom de nieuwe input veel beter plaatsen. Jouw training slaat dan in als een bom.
Aanpassing 3: Minder onthouden, meer opzoeken.
Weinig mensen hebben een fotografisch geheugen.
Verwacht dus niet dat cursisten kennis gaan onthouden, maar doe dit:
Zet je kennis op papier. Zo kort en concreet mogelijk. Met stappenplannen, keuzediagrammen en overzichten.
Maak die kennis zo toegankelijk mogelijk. Hang het op de muur, leg het op hun bureau, of zet het in een app.
Verwacht niet dat ze de weg naar de kennis vanzelf wel vinden: oefen met opzoeken. Maak het wat spannender met een challenge of een game.
Deze simpele aanpassingen gaan jouw training of cursus een stuk effectiever maken. Beloofd!
Laat maar weten als ik je daarbij kan helpen.